16 mei 2018

Meisje levend terug gevonden in een droge put in Rojales.


Het geval van de ""Niña perdida de Rojales" of het “verloren meisje van Rojales” is een verhaal dat bij de oudere inwoners van Rojales en Benijofar verschillende versies kent. Een van de versies spreekt over een misdaad die plaats vond op 24 juni 1917 en waarin het meisje Teresa Juan door een psychopaat werd misbruikt en nadien probeerde te doden door haar in een waterput te gooien. Toen hij merkte dat er geen water in de put stond bekogelde hij haar nog met stenen. Deze zaak lijkt het meeste waar omdat hierin wordt gesproken over de Guardia Civil, overheden, vonnissen, artsen en andere personages in een tijd die nog niet zó lang geleden is om dit verhaal als een legende te bestempelen.  Het verhaal verteld verder  dat toen het meisje goed hersteld was ze zei dat tijdens het gooien van de stenen van haar moordenaar, een vrouw met een mantel haar bedekte en zo beschermde tegen de stenen.

Een andere versie van het verhaal speelde zich af op 18 januari 1896 in Rojales toen het meisje Encarnacion Hernandez was zoek geraakt. De volgende dag vond men haar op een plaats die bekend staat als "El Barranco". Ze was licht gekleed maar had niets van de koud of vorst te lijden gehad omdat een dame haar ’s nachts had bedekt met haar mantel. Toen ze naar de kerk werd gebracht, herkende ze in dit geval de Virgen del Carmen als haar beschermster. Toen ze ouder was, kocht het meisje zelfs een nieuw beeld van de Virgen del Carmen voor de kerk van Rojales.

Hier vertellen we de gebeurtenissen uit het eerste verhaal.
Het was de vooravond van San Juan, op 23 juni 1917 en in Rojales werden de gasten verwacht op het bruiloftsfeest van de zoon van landbouwer Francisco Muñoz die trouwde met de dochter van een van de voormannen. Een betere dag kon niet worden gekozen, de nacht van San Juan, een magische nacht vol legenden, vreugdevuren en goede wensen. Onder de vele gasten ook buurman Joaquin Garcia, met zijn negen jaar oude dochter Teresa Juan.
's Avonds stuurde hij Teresa, die tot dan toe van het feest genoot en met andere meisjes speelde, naar een afgelegen huis op ongeveer vijfhonderd meter afstand om voor vijftien cent kruiden te kopen. Alles leek normaal te verlopen totdat de familie na verloop van tijd het kleine meisje niet meer zagen.
De familie waarschuwde na de verdwijning 's avonds laat alle bruiloftsgasten en de Guardia Civil. De autoriteiten van Benijófar begonnen hun zoektocht door de velden in de gloed van de fakkels aangestoken aan de vreugdevuren.
Het was een zeer lange nacht van San Juan, de langste nacht zoals de oude bewoners zich herinneren. Ze zochten in velden, sloten, putten, rivier… tot het aanbreken van de volgende dag, de zondag van San Juan, maar niets mocht baten, het  meisje was niet meer te vinden.
De autoriteiten ondervroegen de gasten van het bruiloftsfeest om uit te zoeken wat er was gebeurt. Zo kwamen ze ook bij het huis van de vader van de bruidegom, waar ze op dat moment aan het eten waren. Onder de familie, ook uitgenodigd voor de bruiloft, was Francisco Lorenzo Rebollo die ook zwager van de bruidegom was. Deze kerel "lang gezicht, besluiteloos, verdachte ogen en blonde snor" werd door iedereen gekend als de "Isabeleto". Hij had reeds een gevangenisstraf achter de rug voor het eerder verkrachten van een twaalf jarig meisje.
De uren gingen voorbij, fakkels moesten opnieuw worden aangestoken. Een grote groep mensen bleef zoeken naar een spoor van het meisje. Zo kwamen ze aan op een boerderij die eigendom was van Manuel Cánovas. Op het land stond een verlaten droge put, toen iemand “Theresa” in de put riep kregen ze geen antwoord maar nadat ze een kleine steen in de put wierpen hoorde ze een zacht geklaag uit de put. De kleine Teresa was er, levend, meer dan twintig meter diep. Vijfentwintig uur waren verstreken.
Volgens de verklaring van Terasa was het "Isabeleto" die haar misbruikte. Nadien nam de man een mes met de bedoeling haar te doden, maar hij veranderde van gedachten en nam haar bij haar voeten en gooide Teresa in de droge put, nadien gooide hij nog enkele stenen en vertrok overtuigd van haar dood.
Volgens het meisje werd ze in de put vergezeld door een jonge vrouw gekleed in het wit, met een uitstraling die haar hoofd kroonde. Zij had het meisje met haar mantel beschermd toen “Isabeleto” met stenen gooide.  De arts schreef wat ze vertelde toe aan wanen veroorzaakt door de val en de daaruit voortvloeiende bloeding en koorts. Maar voor de inwoners van Rojales wat dit een wonderbaarlijke redding van het kind waarna  Teresa naar de kerk werd gebracht. Daar zag ze de Virgen del Rosario en zei: "Dat was de dame die me heeft gered”. 
In Rojales wordt verteld dat de agressor, na zijn gevangenisstraf, een ​​kind kreeg zonder rechterhand, dezelfde hand waarmee zijn vader de stenen naar het meisje had gegooid…